Treurdagen

Het Jodendom kent naast feestdagen ook treurdagen. Op die dagen herdenken we onder meer het wrede lot van de Joden door de jaren heen.

Jom Hasjoa (Holocaust-herdenkingsdag)

27 Nisan (deze Hebreeuwse datum valt in april of mei)

Op Jom Hasjoa herdenken we de slachtoffers van de Sjoa (‘Holocaust’), de vernietiging van 6 miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de synagoge in Delft worden alle namen van de Joodse slachtoffers uit Delft voorgelezen. We luisteren naar muziek en voordrachten, en we bidden.

Tisja b’Av

9 Av (deze Hebreeuwse datum valt in augustus)

Tisja b’Av is een dag van rouw en verdriet. Het is de laatste dag van de periode van 3 weken rouw. Op Tisj b’Av werden de 1e en 2e Beit Hamikdasj (‘Tempel’) verwoest. We denken op deze dag ook aan allerlei andere rampen die het joodse volk in de loop van onze geschiedenis troffen. In sjoel lezen we uit het bijbelboek Echa (‘Klaagliederen’).

Tisja b’Av is een vastendag. De vasten begint in de avond en duurt de hele volgende dag, tot het donker is. Net als op Jom Kippoer dragen we geen leren schoenen. Als teken van rouw zitten we in de sjoel in een cirkel op lage krukjes of op de grond. Het licht is gedempt en in het midden van de cirkel branden kaarsjes.

Sjiwwe

Bij iedereen rust de heilige plicht om de rouwenden te troosten.

Bij Klal Yisrael houden we een sjiwwedienst als iemand een naaste dierbare verliest: een vader, moeder, zoon, dochter, broer, zus of echtgenoot/echtgenote. We komen dan bij elkaar bij de rouwende thuis of in de sjoel. We bidden samen. En de rouwende vertelt over het leven van de dierbare die is overleden.

Ook kiest de rouwende een onderwerp uit om samen te lernen (‘studeren’). Soms is dit een thema dat dicht bij de dood staat, bijvoorbeeld lernen over de ziel. Ook kan het onderwerp betrekking hebben op het leven van de overledene.