Feestdagen: Chag sameach!
Bij een Joodse gemeente horen natuurlijk ook Joodse feestdagen. Aan elk feest gaat eerst een dienst vooraf. De nasj (eten en drinken) is een belangrijk onderdeel van het feest. Iedereen neemt wat mee, vaak zelf gemaakt. En bij elk feest wensen wij elkaar een ‘Chag Sameach!’: een fijn feest!
De Joodse feesten op een rij:
Joodse feesten in het voorjaar
3 pelgrimsfeesten
Hoge Feestdagen
Joodse feesten in het najaar
Joodse familiefeesten
Joodse feesten in het voorjaar
Toe b’Sjewat (Bomenfeest)
15 b’Sjewat (deze Hebreeuwse datum valt meestal in februari)
Toe b’Sjewat is het feest van de lente. We vieren dat de natuur ontwaakt na de winter. Het feest valt in de Joodse maand Sjewat. In Nederland is het dan nog volop winter. Maar niet in Israël. De amandelbomen beginnen er al te bloeien. Het feest heet ook Nieuwjaar van de bomen (Rosj Hasjana la’ielanot).
We vieren Toe b’Sjewat in de synagoge in Delft met de Toe b’Sjewat seider, een gewoonte die ontstond in het kabbalistische Safed in de 16e eeuw. Daarbij eten we drie soorten fruit:
- fruit met een dikke schil en een eetbare binnenkant, zoals noten;
- fruit met een zachte buitenkant en een harde binnenkant, zoals abrikozen; en
- fruit dat helemaal eetbaar is zoals bessen.
Deze soorten hebben een verschillende mystieke betekenis. We sluiten de maaltijd af met het ruiken van hemelse geuren.
Poerim (Lotenfeest)
14 b’Adar (deze Hebreeuwse datum valt meestal in maart)
Poerim is een vrolijk feest waarbij de mensen zich verkleden voor de dienst in de synagoge. Daardoor lijkt het feest op carnaval.
Met Poerim lezen we het verhaal van Esther en koning Achasjverosj in Perzië (ongeveer 2500 jaar geleden). Deze koning zocht een nieuwe koningin en hij liet zijn oog vallen op Esther.
Achasjverosj had een dienaar (Haman) die alle Joden wilde uitroeien omdat de Jood Mordechai (oom van Esther) niet voor hem wilde buigen. Het lot (poer) zou bepalen op welke dag dat zou gebeuren. Een andere naam voor Poerim is daarom ook Lotenfeest.
In haar rol als koningin kon Esther de uitroeiing van de Joden voorkomen.
Het verhaal wordt in de synagoge voorgelezen. Elke keer als de naam Haman valt, maken we herrie. Met ratels, toeters, fluiten … Als de naam van slechterik Haman maar niet te horen is.
Het is een traditie om het Poeriem-sjpiel op te voeren. Hierin wordt het verhaal van Esther op een grappige manier nagespeeld.
Poerim is ook het spel van verbergen en openbaren. Esther verbergt aanvankelijk haar Joodse identiteit. Haar naam betekent ‘zij die verborgen is’. In het hele verhaal komt de naam van de Eeuwige niet voor (of toch wel, als je goed zoekt). Maar er komen zoveel ‘toevalligheden’ in het verhaal voor dat het haast geen toeval kan zijn. Redt de Eeuwige het volk door middel van mensen?
Na afloop vieren we feest. We eten Hamantaschen (koekjes gevuld met bijvoorbeeld maanzaad of jam) en gefrituurde Hamansoren.
Volwassenen mogen dronken worden. Zo dronken dat ze op het eind het verschil niet meer weten tussen ‘vervloekt is Haman’ en ‘gezegend is Mordechai’. Maar bij Klal Yisrael wordt eigenlijk nooit niemand zó dronken …
Lag b’Omer
18 b’Ijar (deze Hebreeuwse datum valt in april of mei)
Lag (לג) b’Omer (lag betekent 33) is de sterfdag van rabbi Shim’on bar Jochai die in het begin van de tweede eeuw leefde. Aan hem wordt het boek De Zohar toegeschreven. Dit is een verzameling commentaren op de Tora en wordt beschouwd als een van de belangrijkste werken van de joodse mystiek: de kabbala.
Bar Jochai wilde dat zijn overlijdensdag als feestdag gevierd zou worden. Duizenden orthodoxe Joden bezoeken op deze dag zijn tombe in Meron, vlakbij de kabbalistische stad Safed. Deze plaats ligt in het noorden van Israël.
Lag b’Omer is de 33e dag van de omertelling, de rouwperiode tussen Pesach en Sjavoeot. Lag b’Omer is een uitzondering op de rouw omdat dit de dag was waarop er een einde kwam aan de geheimzinnige massale sterfte van de leerlingen van rabbi Akiva. Dit was een grote Joodse geleerde en mysticus (40 – 135 van onze jaartelling).
Omdat Lag b’Omer de enige dag van de rouwperiode van in totaal 49 dagen is dat men mag trouwen, worden er heel veel huwelijken op die dag gesloten.
Overal op de wereld vieren Joden deze dag met een picknick. Ze steken daarbij kampvuren aan. Dit symboliseert het geestelijke licht van de Tora dat de wereld beschijnt. Bar Jochai wordt gezien als iemand die dit licht verspreidde.
Ook bij Klal Yisrael vieren we deze dag met een picknick! En we zingen het Bar Yochai-lied.
3 Pelgrimsfeesten
Drie feesten in het Jodendom herinneren ons aan het binnenhalen van de oogst. Daarvoor reisden Joden ooit naar Jeruzalem om in de tempel te offeren. De feesten worden daarom ‘pelgrimsfeesten’ genoemd. In de Tora waren dit landbouwfeesten. Na de verwoesting van de Tweede Tempel woonden Joden ook in ballingschap buiten het land Israël. De rabbijnen gaven toen aan de feesten ook een spirituele betekenis.
Pesach
15-22 b’Nisan (deze Hebreeuwse datum valt in maart of april)
Pesach was oorspronkelijk een oogstfeest. De Joden vierden met Pesach de eerste gerstoogst.
Pesach begint met de seideravond waarbij iedereen aan een feestelijk gedekte tafel zit. Tijdens de seider wordt het verhaal verteld van de uittocht van de Joden uit Egypte en de bevrijding uit de slavernij. Samen zingen we Pesachliedjes.
Het jongste kind stelt 4 vragen over de bijzondere betekenis van de avond. Op tafel staat een seiderschotel met 6 symbolische hapjes. We moeten maror eten, bittere kruiden, die ons herinneren aan de bittere slavernij in Egypte, bijvoorbeeld mierikswortel. Maar ook lentegroen, bijvoorbeeld peterselie, want Pesach is ook het Lentefeest. Het zoute water waarin we dit dopen herinnert ons dan weer aan de tranen van de slavernij. En natuurlijk eten we matses, het ongerezen brood. De matse maant ons om alle gebakken lucht uit ons leven te verwijderen, zodat we in staat raken om de Tora te ontvangen op Sjavoeot. Matses eten we 8 dagen lang!
Bij Klal Yisrael vieren we de Seideravond in de sjoel. Er zitten dan zo’n 50 mensen aan tafel!
Sjavoeot (Wekenfeest)
6 en 7 b’Sivan (deze Hebreeuwse datum valt in mei of juni)
Sjavoeot vieren we 50 dagen (7 weken) na Pesach. Sjavoeot is de Hebreeuwse naam voor Wekenfeest. Precies 7 weken na Pesach verzamelden de Joden zich aan de voet van de berg Sinaï, waar ze van de Eeuwige de Tien Geboden ontvingen.
In de Joodse opvatting staan de Tien geboden symbool voor de Tora. Daarom heet het feest ook Matan Tora (‘De gift van de Tora’). Tijdens Sjavoeot staat studeren centraal. Traditioneel wordt er de hele nacht van Sjavoeot geleerd. Wij hebben altijd een leerbijeenkomst tijdens onze feestelijke maaltijd.
We versieren de synagoge met bloemen – Sjavoeot is ook een oogstfeest – en lezen het boek Ruth. Het verhaal speelt zich af in de oogsttijd en gaat over de niet-Joodse Ruth die het Jodendom aanvaardt.
In het verleden offerden Joden tijdens dit oogstfeest hun eerste tarweoogst in de tempel, en ook de vruchten van het land. Daarom heet Sjavoeot ook wel het Feest van (het aanbieden van) de Eerstelingen.
Met Sjavoeot eten we melkspijzen. Bij Klal Yisrael staat de tafel vol met zelfgebakken cheesecakes en andere gerechten met melkproducten!
Soekot (Loofhuttenfeest)
15 b’Tisjri (deze Hebreeuwse datum valt meestal in oktober)
Soekot is een oogstfeest om te vieren dat de laatste oogst is binnengehaald voordat de winter begint.
Tijdens het feest – dat 7 dagen duurt – herdenken we dat de Israëlieten 40 jaar lang in de Sinaïwoestijn trokken onder de bescherming van de Eeuwige. Ze verbleven in tenten of hutten.
Om die reden bouwen Joden een soeka (loofhut) in de tuin, op het balkon of voor de sjoel. Om erin te eten en te leren, en er tijd in door te brengen. Er zijn zelfs mensen die in de soeka slapen!
Het dak van de hut moet van takken en gebladerte van bomen en ander plantaardig materiaal zijn gemaakt. De sterren moeten er doorheen zichtbaar blijven. De loofhut wordt verder versierd met vruchten en groenten.
Een andere traditie is de loelav. Dit is een bundel met takken van 3 soorten planten en de etrog (een citrusvrucht).
De loelav is een vruchtbaarheidssymbool. Het zwaaien ermee maakt het geluid van regen. Regen is immers onontbeerlijk is voor de oogst van het volgende jaar. De loelav is ook een symbool van vreugde over de oogst van het afgelopen jaar en van vertrouwen op G-d in het nieuwe jaar. Tijdens sommige gebeden wordt met de loelav gezwaaid. In het Jiddisch heet dit sjokkelen.
Bij Klal Yisrael eten we met Soekot in de soeka naast de sjoel en sjokkelen we met de loelav.
Ook drinken we etrogcello die iemand zelf heeft gemaakt van de etrog van het jaar daarvoor!
Simchat Tora (Vreugde der wet)
22 b’Tisjri van de Joodse kalender (deze Hebreeuwse datum valt meestal in oktober)
Simchat Tora volgt op Soekot. Het is een aparte feestdag. Een heel jaar lang hebben we elke week in de Tora gelezen. En op Simchat Tora lezen we het laatste stukje uit. Dat is het deel waarin Mosjé (Mozes) sterft. De tekst wordt gelaajend door de Chatan Tora, de bruidegom van de Tora. Laajenen is het gezongen reciteren van de Toratekst.
Zodra de Tora uitgelezen is, beginnen we onmiddellijk opnieuw met het lezen van de Tora. De Kalla Bereesjiet – de bruid van Bereesjiet – laajent of leest het 1e deel van Bereesjiet (Genesis). Het verhaal waarin de Eeuwige de aarde schiep. Daarmee vormt de jaarlijkse lezing van de Thora een cyclus, en komt er nooit een einde aan het lezen van de Tora.
Bij Klal Yisrael maken we in sjoel hakkafot (rondgangen). We zingen en dansen om de bima heen met de Torarollen in onze armen.
Hoge Feestdagen
De Hoge Feestdagen heten ook wel Jamiem Nora’iem: ontzagwekkende dagen.
Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar)
1 en 2 b’Tisjri (deze Hebreeuwse datum valt in september of oktober)
Rosj Hasjana is Joods nieuwjaar. We wensen elkaar een ‘Sjana tova umetoeka!’: een goed en zoet jaar. We eten appeltjes met honing en ronde challes (broden).Dit symboliseert een zoet komend jaar.
Op deze dag dragen we witte kleding. Dit symboliseert heiligheid en zuiverheid.
Tijdens de sjoeldienst van Rosj Hasjana blaast er iemand 100 keer op de sjofar. Dit is een ramshoorn. Met Rosj Hasjana beginnen de Aseret Jemei Tesjoeva, de 10 dagen van inkeer. De symboliek is dat we op Rosj Hasjana worden ingeschreven in het boek des levens (of niet), en dat dit wordt verzegeld op Jom Kippoer. We krijgen nog 10 dagen om tesjoeva te doen, dat is in te keren en onszelf te verbeteren. We hadden dit al in de voorafgaande maand Eloel moeten doen, maar we krijgen nog een laatste kans.
Een andere traditie is tasjliech. Op de middag van Rosj Hasjana gooien we stukjes brood in stromend water, met liefst levende vissen erin, terwijl we ons concentreren op alles wat ons bezwaart, wat we niet mee willen nemen naar het komende jaar. We werpen het van ons. Dit nadat we de Eeuwige geprezen hebben en gebeden hebben om vergeving van onze zonden.
Tasjliech betekent letterlijk wegwerpen en staat symbool voor het zich ontdoen van slechte dingen, zonden en negatieve gedachten.
Gelukkig hoeven we bij Klal Yisrael niet ver te lopen voor de tasjliech. De synagoge ligt aan een gracht in het centrum van Delft!
Jom Kippoer (Grote Verzoendag)
10 b’Tisjri (deze Hebreeuwse datum valt meestal in oktober)
Jom Kippoer is de dag van verzoening. We bidden dat de Eeuwige onze zonden zal verzoenen en ons vergeving zal schenken.
We wensen elkaar een G’mar Chatima Tova!: een goede bezegeling in het boek des levens!
De synagogedienst van Jom Kippoer begint in de avond met het gebed Kol Nidree, waarin wij vragen ontslagen te worden van onbesuisde geloften die we niet kunnen nakomen. In een volle sjoel begint de chazan (voorzanger) heel zachtjes met Kol Nidree en herhaalt het 3 keer, steeds een beetje harder.
We vasten van voor Kol Nidree tot de volgende avond na zonsondergang. We zijn bijna de hele dag in sjoel om te bidden. Het is een dag van inkeer, een kans om met jezelf en met de Eeuwige in het reine te komen.
Net als bij Rosj Hasjana dragen we witte kleding. We zijn als de engelen die immers ook niet eten en drinken, en in het wit gekleed gaan. Net als zij staan we de hele dag voor de troon van de Eeuwige, en bidden en zingen. We dragen ook geen leren schoenen.
Na afloop van de dienst gaan we bij Klal Yisrael met elkaar ‘aanbijten’: we breken het vasten met een gezellige maaltijd!
Joodse feesten in het najaar
Chanoeka (lichtjesfeest)
25 b’Kislev (deze Hebreeuwse datum valt meestal in december)
Chanoeka betekent ‘inwijding’ en herinnert aan de inwijding van het beit hamikdasj, de tempel in Jeruzalem.
Chanoeka duurt 8 dagen en heet ook wel het ‘feest van de lichtjes’. Dat verwijst naar de kaarsen en lampjes die we tijdens het feest aansteken. Hiermee herdenken we het ‘oliewonder’ in de Tweede Tempel van Jeruzalem in het jaar 164 voor onze jaartelling.
De Grieken hebben het dan al 2 eeuwen in Israël voor het zeggen sinds de verovering door Alexander de Grote. Ze willen dat de Joden zich steeds meer als Grieken gedragen en hun geloof niet meer belijden. Ze offeren onder meer een varken op het altaar in de tempel in Jeruzalem. Als je weet dat een varken voor Joden een onrein dier is, is dit een enorme provocatie.
Onder leiding van Juda de Makkabeeër – zijn bijnaam is ‘De Hamer’ – komen de Joden in opstand. Juda herovert het land, maar kan niet voorkomen dat de Grieken de tempel vernielen.
Teruggekeerde priesters vinden de grote kandelaar terug: de Menora. En ook een klein flesje gewijde olie. Op de 1e dag van de herinwijding van de tempel is het al op. Maar op de 2e dag blijkt het weer vol te zijn. Het flesje geeft 8 dagen lang olie. Dat is het Chanoeka-wonder. Misschien nog wel een groter wonder is dat een klein groepje Joden de overmacht van de Grieken kon verslaan.
Met Chanoeka eten we latkes (aardappelpannenkoekjes) en soefganiot (een soort met jam gevulde oliebollen). De olie waarin het is gebakken symboliseert de olie uit het olielampje. En we zingen Chanoeka-liedjes.
Als we Chanoeka vieren bij Klal Yisrael neemt iedereen een eigen chanoekia (kandelaar) mee naar de sjoel. Er branden dan heel veel lichtjes in de sjoel!
Familiefeesten
Baby naming (Babynaamceremonie)
Joodse baby’s krijgen twee namen, een seculiere naam en een Hebreeuwse naam. De Hebreeuwse naam wordt gebruikt bij religieuze gebeurtenissen, zoals wanneer iemand opgeroepen wordt om uit de Tora te lezen, en wanneer om genezing voor de persoon wordt gebeden.
Asjkenazische joden (Europese afkomst) vernoemen hun kind niet naar een levend familielid. Sefardische joden (Spaanse en Midden-Oosterse afkomst) doen dat wel.
Jongetjes krijgen hun Hebreeuwse naam bij de brit milah (besnijdenis). Jongens en meisjes krijgen bij ons een welkomstceremonie in de synagoge. Meisjes krijgen dan hun Hebreeuwse naam. De ouders kunnen er ook voor kiezen de babynaamceremonie thuis te doen.
Bij de brit of naamgevingsceremonie worden zegeningen uitgesproken. Daarbij wordt uitgesproken dat de besnijdenis een teken is van het verbond met de Eeuwige waarin alle Joodse kinderen geboren worden.
Er worden ook zegeningen uitgesproken voor het welzijn van de baby. De traditionele wens wordt geuit: dat dit kind mag uitgroeien tot een leven van studie van de Tora, van liefdevolle relaties en het verrichten van goede daden.
Na afloop wensen we de ouders, grootouders en andere familielieden Mazzel tov! (‘Gefeliciteerd!’) En daarna is het natuurlijk feest, met veel eten!
Bat en Bar Mitzwa
Als een jongen 13 jaar wordt, is hij bar mitswa. Een meisje wordt met 12 jaar bat mitswa. Dan zijn ze religieus meerderjarig. Bar en bat mitswa betekent letterlijk ‘zoon’ en ‘dochter van het gebod’. Vanaf dat moment zijn ze zelf verantwoordelijk voor de keuzes die zij in hun leven maken om de geboden wel of niet na te leven.
Het is groot feest in de synagoge als jongens en meisjes hun bar en bat mitswa vieren. Meestal gebeurt dit op de sjabbat die het dichtst bij hun verjaardag ligt.
Ze dragen voor het eerst een talliet (‘gebedsmantel’). Tijdens de dienst laten zij zien dat zij klaar zijn om als Joodse volwassenen mee te doen in een sjoeldienst. Ze worden opgeroepen om op de bima te komen en voor te lezen of te zingen (‘laajenen’) uit de Torarol. Ook dragen ze een drasja voor. Dit is een uitleg bij het gedeelte van de Tora (‘parasja’) dat we die week lezen. Soms leiden ze ook delen van de dienst.
Na het lezen uit de Tora gooien de aanwezigen snoepjes naar de bar en bat mitswa. En natuurlijk krijgen ze die dag veel cadeaus en is er een groot feest.
Bij Klal Yisrael kunnen ook volwassenen bar en bat mitswa doen. Bijvoorbeeld omdat ze als kind ‘het moment’ hebben gemist. Of omdat ze gioer hebben gedaan en nooit bar of bat mitswa hebben kunnen zijn.
Huwelijk (‘Choepa’)
Een Joods huwelijk heet choepa in het Hebreeuws, of choppe in het Jiddisch. De betekenis van het woord choepa is baldakijn. Het Joodse huwelijk wordt gesloten onder een baldakijn of afdak (zie foto). Dit is een symbool van het nieuw te stichten huis.
Vroeger trouwden Joden in Nederland vaak onder een talliet (‘gebedsmantel’). Maar dat komt bijna niet meer voor.
Het Joodse huwelijk is vol symboliek. Volgens de traditie zijn er 3 generaties (overleden) voorouders aanwezig: ouders, grootouders en overgrootouders. Traditioneel loopt de kalla (‘bruid’) 3 of 7 keer met een kaars om de chatan (‘bruidegom’) heen. Dit symboliseert het bouwen van een muur; de vrouw beschermt haar man zo tegen allerlei verleidingen.
In onze egalitaire gemeente cirkelen kalla en chatan om elkaar heen.
Volgens de traditie schuift de chatan de trouwring om de wijsvinger van de rechterhand van de kalla. De ring is van goud en glad, zonder steen of andere versiering. In onze egalitaire gemeente schuift de bruid ook een ring aan de vinger van de bruidegom. Het oude idee van de man die een bruid verwerft door haar iets kostbaars te overhandigen is immers niet meer van deze tijd.
Tijdens de ceremonie draagt de kalla de ring om de rechtervinger. Daarna verplaatst ze de ring naar haar linkerhand om te laten zien dat ze getrouwd is. De chatan doet dit ook.
Nadat de ketoeba (‘huwelijksakte’) voorgelezen is en de zeven berachot (zegeningen) uitgesproken zijn, breekt de chatan een glas door er met zijn voet op te trappen.
Volgens de traditie zijn die scherven een herinnering aan de vernietiging van de 2e Tempel in Jeruzalem. Gebroken glas kan niet meer worden hersteld. Dat verwijst naar het huwelijk dat niet meer kan worden ontbonden.
Alle aanwezigen roepen: ‘Mazzel tov!’.
Bij Klal Yisrael kunnen ook mensen van hetzelfde geslacht met elkaar onder de choepa trouwen.